Kuurne
Het gebied van Kuurne was al bewoond tijdens het neolithicum, wat blijkt uit vondsten van vuurstenen werktuigen en dergelijke. Ook tal van overblijfselen uit de Romeinse tijd werden aangetroffen, zoals een waterput, brandgraven, resten van wijntonnen, aardewerk en een munt uit de tijd van keizer Trajanus.
Kuurne ontstond vermoedelijk in de 11e eeuw. Er vonden toen ontginningen plaats van de bossen en moerassen waardoor de streek was gekenmerkt. De eerste vermelding van Kuurne was in 1123, als villa de Curnes, toen de Abdij van Voormezele hier gronden verwierf. In 1146 werd Kuurne als Cuerna vermeld. Het zou om een voorhistorische naam kunnen gaan, die de heldere betekent.
De oudste met name genoemde heer van Kuurne is Jakob van Halewijn, die ook heer van Gavere en Halewijn was. Hij overleed in 1262. Daarna bleef het een grafelijke heerlijkheid, en pas in 1564 werd de heerlijkheid in pacht gegeven aan Jan de Tollenaere. In 1642 kwam de heerlijkhed aan Rogier-Robrecht Rulant en in 1716 aan Karel Mesdagh. De laatste heer was Jos Emmanuel le Paige en diens wapenschild werd in 1980 aangewezen als het wapen van Kuurne.
Een kerk in Kuurne werd voor het eerst vermeld in 1146, toen het patronaatsrecht geschonken werd aan de Sint-Maartensabdij van Doornik.
Gedurende de 14e eeuw werd de lakennijverheid geleidelijk door de vlasnijverheid vervangen en midden 15e eeuw werd deze in de Leievallei geïntroduceerd. Deze nijverheid kwam in de 16e eeuw tot bloei. Het vlasroten gebeurde in rootgrachten die gevuld werden met Leiewater. Veel linnen vond aftrek in Latijns-Amerika.
De 2e helt van de 17e eeuw werd gekenmerkt door oorlogen en pas na de Spaanse Successieoorlog brak weer een bloeiperiode aan voor de linnenindustrie. Omstreeks 1750 werd de Brugsesteenweg aangelegd.
De Franse tijd bracht in 1798 de Boerenkrijg met zich mee, die ook in Kuurne van belang was, maar slechts kort heeft geduurd.
Ondertussen nam de vlasnijverheid weer toe in belang. In 1810 werd het vrij roten in de Leie toegestaan. Omstreeks 1880 kwamen de eerste industriële vlasbedrijven: er ontstonden zwingelarijen al dan niet in de vorm van zwingelmolens. In 1847 kwam er een spoorweg.
In het begin van de 20e eeuw nam het belang van de vlasnijverheid alleen maar toe, en velen kwamen ook in Kuurne wonen. Vooral vanaf 1930 werden vele vlasbedrijven gemechaniseerd.
Kaart (cartografie) - Kuurne
Kaart (cartografie)
Land (geografie) - België
Vlag van België |
Het land heeft drie officiële talen: een kleine zestig procent van de bevolking spreekt Nederlands, vooral in Vlaanderen, veertig procent spreekt Frans, vooral in Wallonië en Brussel, en minder dan een procent spreekt Duits, in de Oostkantons. De culturele en linguïstische diversiteit van het land heeft door een opeenvolging van staatshervormingen geleid tot een complex politiek systeem, waarbij in principe de grondgebonden bevoegdheden – zoals economie, werkgelegenheid en infrastructuur – liggen bij de Gewesten (het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse), en de persoonsgebonden materies – zoals onderwijs, cultuur en welzijn – bij de Gemeenschappen (de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige), met een overkoepelende federale overheid voor het hele grondgebied, bevoegd voor onder meer defensie, justitie en de sociale zekerheid.
Valuta / Taal
ISO | Valuta | Symbool | Significant cijfer |
---|---|---|---|
EUR | Euro (Euro) | € | 2 |
ISO | Taal |
---|---|
DE | Duits (German language) |
FR | Frans (French language) |
NL | Nederlands (Dutch language) |